Wat zou u zelf kunnen doen in uw eigen tuin?
Iedereen is vrij om op zijn/haar eigen manier te tuinieren maar alle beetjes helpen.
– Zorg voor veel planten en struiken met bloemen.
– Zet bloemen liever in flinke groepen dan hier en daar een enkel exemplaar.
– Zorg dat er het hele jaar door bloemen bloeien. Begin al in het vroege voorjaar met bollen (bv sneeuwklokjes).
– Zorg dat je bloemen hebt van verschillende vorm:
*open en vlak voor kevers en zweefvliegen,
*buisvormig voor bijen en lang-tongige insecten,
*nachtbloeiend voor motten.
– Zet planten met een lang bloeiseizoen. Het is zinvol om éénjarigen te zaaien. Dat is meer werk maar ze bloeien veel langer dan de meeste vaste planten.
– Vermijd bloemen met dubbele en gevulde bloemen (in de Latijnse naam zit dan de toevoeging ‘plenum’). De extra bloemblaadjes zijn vaak ontstaan uit meeldraden, en die bloemen hebben dus géén stuifmeel meer en dragen nauwelijks bij aan de biodiversiteit.
– Maak een composthoop. Het is een omgeving waar heel wat dieren gebruik van maken. Vooral allerlei kevers komen voor in de nabijheid van een composthoop. Composthopen zijn voor hen hard nodig in onze al te opgeruimde wereld.
– Zorg voor stapels dood hout. Padden zitten graag onder een stapel vochtig hout. Talloze insecten zoeken er onderdak, en winterkoninkjes zitten graag in de buurt van takkenhopen. Ook voor egels is het een geliefd huis.
– Zorg voor water in de tuin. Een vijver trekt veel insecten aan maar ook een vogelbadje volstaat.
– Maak je tuin niet te netjes! Laat dode plantenresten de hele winter in de border liggen. Dat is diervriendelijker en ook voeden deze dode resten de grond waardoor de kwaliteit enorm toeneemt en bijmesten niet of nauwelijks nodig is.
De meeste bodembeestjes zitten namelijk aan de oppervlakte; miljarden schimmels, bacteriën en ongewervelde diertjes voelen zich daar het beste. Als we de grenslaag tussen aarde en lucht wat dikker en interessanter maken voor het bodemleven, dan bevorderen we de bodemstructuur en de bodemvruchtbaarheid.
De mulchlaag biedt ook bescherming tegen zon, wind en (slag)regen. Zo zal de aarde bodem niet uitdrogen, wegwaaien of uitspoelen.
De inslag van regen op je bodem is 500 (!) maal schadelijker op blote bodem dan op bedekte bodem.
– Zorg voor een strooisellaag onder de planten.
– Gebruik geen bestrijdingsmiddelen en kunstmest.